Worden wie je echt bent
Even geleden had ik een gesprek dat ik al heel lang uitstelde.
En eigenlijk was het eerder een monoloog dan een gesprek.
Ik stelde het uit wegens angst.
Ik had angst om de reactie op wat ik wilde zeggen.
Ik wilde niemand pijn doen of teleurstellen.
Ik wilde dat niemand boos zou worden of dat ik zelfs uitgesloten zou worden.
En die angst kwam door mijn gedachten.
De angst en gedachten om hoe er misschien gereageerd zou worden, zorgden ervoor dat ik maandenlang dat gesprek niet had.
Ik zal niet beweren dat ik dagelijks bewust bezig was met die angst, maar onderhuids was het er wel steeds.
En toen ik uiteindelijk zei wat ik wou zeggen, aarzelend en met emotie, was er enkel een luisterend oor, een aanmoediging om te vertellen en respect.
Er was geen ruzie of verwijt.
Angst voor wat er misschien zou gebeuren, zorgde ervoor dat ik geen actie durfde ondernemen. Uiteindelijk was de angst voor niks goed.
Ik vermoed dat iedereen wel eens piekert en zich laat meeslepen door angst.
Woede en frustratie is ook bijvoorbeeld vaak onderliggende angst.
In ‘Een Cursus in Wonderen’ zegt men dat elke uiting er één is van ofwel liefde ofwel één van angst.
Op een ander moment pas geleden probeerde ik te communiceren over mijn behoeften tegen iemand.
Omdat ik me niet gehoord voelde, gebruikte ik een dreigement.
Ik heb niemand fysiek bedreigd, maar ik stelde een soort van ultimatum.
Dit is opnieuw een uiting van angst, gewoon op een andere manier dan zwijgen/piekeren.
En toen ik besefte dat mijn manier van uiten niet juist was dacht ik “hey, daar bestaat zeker een boek over”.
Ik heb de afgelopen maand het boek ‘Geweldloze Communicatie’ gelezen van Marshall Rosenberg en heb geleerd dat datgene wat je zegt, soms anders kan worden gehoord.
Dat is dé belangrijkste les voor mij voor de rest van het jaar.
Er proberen voor te zorgen dat iemand die iets tegen mij zegt, zich echt gehoord (= begrepen) voelt.
En zelf uiteraard ook geweldloos communiceren.
De auteur legt de theorie of de werkwijze uit, maar nuanceert ook dat het in de praktijk toepassen van geweldloze communicatie oefening vraagt. Sterker nog, soms maakt hij nog steeds fouten.
Het principe is dat je beschrijft wat je waarneemt, het gevoel dat dat bij jou oproept,
de behoefte die erachter ligt en dan kan je een verzoek doen.
Je mag de ander niet de schuld geven en je mag ook niet vaag zijn.
Wat je zegt kan zorgvuldig geformuleerd zijn of in een uitbarsting eruit flappen en beiden kunnen nog steeds ‘verkeerd’ overkomen. Want vaak zeggen we iets, wat we voelen of denken, maar weten we eigenlijk niet wat de behoefte achter die uiting is.
Geweldloze Communicatie leert ons na te denken over onze behoeften, een verzoek te doen én ervoor te zorgen dat de ander zich gehoord voelt.
Ik dacht dat ik altijd het goede in iedereen zag en dat ik heel open minded was.
Toch merk ik regelmatig dat ik boos, gefrustreerd, ongeduldig of controlerend denk én soms zelfs reageer tegen iemand anders.
En daarom is mijn doel voor de rest van het jaar geweldloze communicatie toe te passen.
Om een betere collega, vriendin, dochter, zus, werknemer, coach te zijn.
Om een beter mens te zijn.
Om te kiezen voor liefde in plaats van angst.
Om te worden wie ik eigenlijk ben.
Als dit iets is wat jou triggerde of waar je aan wilt werken, boek dan een gratis intake gesprek in!
Liefs,
Stephanie